Het 15e Congres van het Basic Income Earth Network (BIEN) in Montreal bracht naast duidelijke politieke kritiek op ongelijke verdeling en uitsluiting een keur aan wetenschappelijke initiatieven.
Twee jaar na het Congres van het Basic Income Earth Network (BIEN) in Ottobrunn bij München, vond het Congres dit jaar van 27 tot en met 29 juni plaats in Montreal, Canada [http://biencanada.ca/congress/]. Het Canadese Netwerk voor een Basisinkomen in Canada (Basic Income Canada Network; BICN) had de conferentie onder voorzitterschap van Jürgen De Wispelaere op uitstekende wijze georganiseerd. Naar schatting 150 wetenschappers en activisten uit de hele wereld ontmoetten elkaar bij prachtig zomerweer in de van airconditioning voorziene kamers van de McGill University voor lezingen, discussies en ontmoeting. Het motto luidde “De economie opnieuw democratiseren”. Vanaf het begin gaf dat “opnieuw” aanleiding tot sceptisch commentaar – was de economie ooit democratisch?
Terwijl in afzonderlijke workshops wetenschappelijke presentaties domineerden, hadden de gemeenschappelijke bijeenkomsten, de “keynotes”, een meer politiek karakter.
Het onderzoek naar het basisinkomen bestreek zoals gewoonlijk een breed palet. Het omvatte niet alleen vraagstukken op juridisch-, filosofisch en economisch gebied maar bood ook een gender-perspectief. Voorbeelden van debatten op het congres:
- de nieuwe discussie over de verdeling van inkomen en vermogen, die door Thomas Piketty’s boek ‘Kapitaal in de 21ste eeuw‘ geïnspireerd wordt,
- de uitdaging waar de Degrowth[1]-beweging ons op wijst en daarmee de vraag hoe het basisinkomen zich verhoudt tot economische groei en zich (zou moeten) verhouden. Is groei op de langere termijn wel houdbaar? In hoeverre heeft het basisinkomen een remmend of juist versterkend effect op mogelijke groei?
Regionale perspectieven speelden zoals altijd een belangrijke rol, dit keer met een Noord-Amerikaanse focus.
Het motto van het congres over re-democratisering kwam in enkele plenaire lezingen terug. Meerdere hoofdsprekers benadrukten een gemeenschappelijke boodschap: dat de invoering van een basisinkomen alleen een positief effect kan hebben als die samengaat met andere politieke veranderingen en ontwikkelingen in de samenleving als geheel.
Dit werd duidelijk toen Antonio Prado van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben van de Verenigde Naties[2], verslag deed over de uitdagingen waar de Latijns-Amerikaanse economieën nu voor staan. Ondanks groot succes bij het terugdringen van de armoede in de afgelopen decennia, is de inkomensongelijkheid hoog. Een effectieve staat met voldoende hoge belastinginkomsten is noodzakelijk zodat de sociale zekerheid, ecologische duurzaamheid en een goede infrastructuur gewaarborgd kunnen worden.
Joe Soss, politicoloog aan de Universiteit van Minnesota, beschreef de ontmanteling van de sociale verworvenheden en de verandering van de verdeling in het voordeel van de rijken in de Verenigde Staten sinds de jaren zeventig. Alleen de rijken en de elites profiteerden van de economische groei. De meesten moeten steeds harder werken alleen om hun status te handhaven. De meest benadeelden worden door een betuttelende en autoritaire verzorgingsstaat bestraft en met moraliserende praatjes over “rechten en plichten” geslachtofferd. Soss maakte de hoge barrières voor sociale verbeteringen pijnlijk duidelijk. De machtige elites zullen geen concessies doen: “Macht erkent niets zonder strijd”. De noodzaak om zowel de economie als de samenleving opnieuw te democratiseren, werd in zijn presentatie bijzonder duidelijk.
Roberto Gargarella, grondwetsgeleerde aan de Universiteit van Buenos Aires, besprak de constitutionele geschiedenis van Latijns-Amerika van de afgelopen 250 jaar. Hij concludeert dat de afkondiging van nieuwe politieke rechten weinig gevolgen zal hebben, als daar geen verandering van de sociale machtsverhoudingen aan gekoppeld is.
In de plenaire vergaderingen kon over enkele nieuwe, politiek getinte activiteiten met betrekking tot het basisinkomen verslag gedaan worden. Zo presenteerden Guy Standing en Renana Jhabvala nieuwe bevindingen uit de experimenten met een basisinkomen in een aantal dorpjes in India. Hier droeg de invoering van bescheiden overdrachten van contant geld bij aan de economische activering van de bewoners wat uitgesproken positieve gevolgen had voor de armen. Voor veel vrouwen, die gewend waren om zichzelf als “de vrouw van…” voor te stellen, bood de opening van een bankrekening op haar eigen naam een houvast om haar identiteit meer vorm te geven. Helaas waren er geen nieuwe meldingen over de praktijk van de projecten in Afrikaanse landen, waar in de afgelopen jaren ook met de introductie van contant-geld-overdrachten is geëxperimenteerd.
Vanuit Europa kon over de belevenissen met het (uiteindelijk mislukte) Europese burgerinitiatief voor een basisinkomen verteld worden. Hoewel het vereiste aantal handtekeningen toch niet gehaald werd, bleek na afloop van de campagne het basisinkomen in veel landen beter bekend. Met de oprichting van het nieuwe Europese netwerk UBI Europa (UBIE), zal de vorming van Europese netwerken van initiatieven voor het basisinkomen worden voortgezet. Dit netwerk werd in de algemene ledenvergadering door BIEN als regionale tak van BIEN erkend. De volgende vergadering van dit Europese netwerk is eind September 2014 in Athene. Internationale netwerken zijn essentieel, juist in Europa, als sociale verbeteringen doorgevoerd moeten worden.
Terwijl het Europees burgerinitiatief niet genoeg handtekeningen wist te verzamelen, kon Enno Schmidt melden dat het Zwitserse volksinitiatief er in geslaagd was om het basisinkomen toe te voegen aan de Zwitserse grondwet. In laatste instantie zal in een referendum over de invoering van het basisinkomen besloten worden. Ongeacht de kans op succes is dit een geweldige kans om het idee te promoten en te bevorderen.
Een nieuwe impuls komt ook uit de groep van jonge wetenschappers en activisten. Ze sloten zich in de marge van het congres aaneen tot het nieuwe Basic Income Global Youth Network (BIGYN; Mondiale Jongeren Netwerk voor een Basisinkomen).
De algemene ledenvergadering van BIEN moest ingekort worden. Dat lot trof ook een verzoek ondersteund door het Duitse Netwerk voor het Basisinkomen (Netzwerk Grundeinkommen) om de definitie van het basisinkomen in het BIEN statuut (“een inkomen onvoorwaardelijk toegekend aan allen op een individuele basis, zonder middelentest of werkvereiste”)[3] en daarmee de statutaire consensus van het BIEN-netwerk uit te breiden met een ander (vierde) criterium: het basisinkomen moet hoog genoeg zijn om een leven in waardigheid, alsmede sociale participatie mogelijk te maken.[4] Dit voorstel werd verdaagd.
Het volgende congres over het basisinkomen zal in 2016 in Seoul (Zuid Korea) plaatsvinden.
Zie voor meer informatie http://biencanada.ca/congress/. Hier zijn lopende het congres talloze artikelen gepubliceerd over de afzonderlijke presentaties op het congres.
Bron: Kort verslag van het BIEN congres 2014 door Ingmar Karnik en Robert Ulmer
https://www.grundeinkommen.de/10/07/2014/bien-2014-die-wirtschaft-re-demokratisieren.html
- [1] Letterlijk ‘ontgroei’ of afname van de groei; zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Degrowth
- [2] ECLAC; http://www.cepal.org/default.asp?idioma=IN
- [3] De oorspronkelijke formulering in paragraaf 1 van het BIEN statuut luidt: “an income unconditionally granted to all on an individual basis, without means test or work requirement“, http://www.basicincome.org/bien/pdf/BIEN_Statutes.pdf
- [4] “A UBI should be high enough to live in dignity and with full participation in society“.
Het bericht De Economie Opnieuw Democratiseren – verslag BIEN 2014 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.